Het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid
Het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid wordt begin 2025 voorgelegd aan de Tweede Kamer.
Anders dan de door minister van Hijum in zijn brief aan de Kamer gebruikte terminologie “vergisrecht”, is hier in het wetsvoorstel feitelijk geen sprake.
In het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat een enkele fout van een burger er niet voor mag zorgen dat deze hierdoor diep in de problemen geraakt. Die fouten moeten niet direct bestraft worden met een boete. Het nu ingediende wetvoorstel, zou bestuursorganen meer ruimte bieden om af te kunnen zien van het opleggen van een boete/sancties. Dit staat echter niet gelijk aan het zogenaamde ‘vergisrecht’. Een echt vergisrecht zou betekenen dat burgers gegarandeerd zijn van het vervallen van een sanctie in het geval van een vergissing. Nergens in dit wetsvoorstel is het recht om zich te kunnen vergissen als zodanig vastgelegd.
Wat wel wijzigt is dat bestuursorganen meer ruimte krijgen om af te zien van sancties, maar alleen wanneer iemand per ongeluk een fout maakt en deze ‘binnen een redelijke termijn’ herstelt. In het wetsvoorstel staat dus niet dat bestuursorganen nooit mogen beboeten wanneer er een vergissing heeft plaatsgevonden. Straks kan-, maar hoeft de handhaver niet af te zien van het opleggen van een boete. De inschatting of iets een fout is of een opzettelijke overtreding is aan het bestuursorgaan, waarbij verwacht wordt dat er gebruik wordt gemaakt van de nieuwe mogelijkheden die de wet biedt.
Ook staat in dit wetsvoorstel opgenomen dat de terugbetalingstermijn voor schulden verlaagd kan worden van 10 naar 5 jaar, waarbij na 5 jaar het restant van de schulden kan worden kwijtgescholden.
Bron: Binnenlandsbestuur 25 september 2024/ Gemeente.Nu 26 september 2024